Is het mogelijk om de hefboomkrachten te verminderen als men een laterale extensie gebruikt?
Hoefbeslagleraar Christoph Schweppe toont een van zijn favoriete achterijzermodificaties:
Hoefijzermodificaties – De Takuiteinden
Het vermogen fabrieksijzers op efficiënte wijze te modificeren is een vaardigheid die het dagelijks werk van de hoefsmid gemakkelijker maakt. Het helpt ons te vermijden dat we onze wagens te zwaar beladen met te veel verschillende types kant en klare hoefijzers en stelt ons in staat elk ijzer individueel aan te passen aan de behoeftes van de verschillende paarden. Hoefbeslagleraar Christoph Schweppe laat ons drie verschillende manieren zien om takuiteinden te modificeren en legt uit voor welke gevallen hij bepaalde modificaties gebruikt.
Laterale verbreding van de draagvlakte
Deze modificatie vergroot het oppervlak van de draagvlakte van het ijzer en verschuift de op de bodemvlakte uitgeoefende hefboomkrachten die het hoefbeen mediaal beïn vloeden. Omdat de onderkant van de verbrede tak nu uit twee gedeeltes met een verschillende hoek bestaat, zal deze op dezelfde manier in de bodem doordringen als een niet verbrede tak. De druktoename die men vaak tegenkomt in geval van verbrede laterale takuiteinden (omdat de hoef minder gemakkelijk in de zachte bodem kan doordringen), vindt hier daarom niet plaats. Paarden met vanaf het spronggewricht naar buiten draaiende onderbenen kunnen baat hebben bij deze modificatie. Dit geeft de vaak overbelaste laterale verzen meer oppervlak om op te staan en te spreiden, en verlaagt de druk aan deze kant door de op de bodemvlakte uitgeoefende hefboomkrachten in mediale richting te verschuiven. Op een harde bodem profiteren de paarden van een verlaagde druk omdat het meest perifere bodemcontactpunt van de verbrede tak minder lateraal is dan bij een normaal ijzer. De tak beweegt weg van het werkgebied tijdens de modificatie (hij wordt ronder/meer naar binnen gebogen). Het helpt om de tak recht te buigen voordat men met de modificatie begint.